Bij elke kadernota zijn er meerdere ontwikkelingen te verwerken waar nagenoeg geen afwegingsruimte in zit. Er heeft zich dan een omstandigheid voorgedaan die je na het besluit niet meer kunt beïnvloeden, maar nog enkel kunt verwerken. Ook dit jaar zijn er meerdere van deze voorstellen. In onderstaande tabel is het totaaleffect van deze ontwikkelingen weergegeven.
Bedragen × € 1.000 | |||||
Ontwikkelingen | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
1. Effecten Bestuursrapportage 2023 | € 1.845- | € - | € - | € - | € - |
2. WOZ-bezwaren | € 750- | pm | € - | € - | € - |
3. Areaalwijzigingen | € - | € 420- | € 560- | € 560- | € 560- |
4. Jeugdhulp | € - | € 1.100 | € - | € - | € - |
5. Rentebaten en deelnemingen | € 5.165 | € 3.835 | € 1.300 | € 800 | € 450 |
6. Beschermd wonen | € - | € 300 | € 100 | € 100 | € 100 |
Totaal ontwikkelingen | € 2.570 | € 4.815 | € 840 | € 340 | € 10- |
1. Effecten Bestuursrapportage 2023
In de Eerste Bestuursrapportage 2023 wordt verslag gedaan van de voortgang van beleid en zijn ontwikkelingen in 2023 financieel vertaald. Waar ontwikkelingen een structureel karakter hebben, zijn deze opgenomen bij de betreffende onderdelen in de kolom '2023' van deze kadernota. De incidentele afwijkingen die het resultaat 2023 raken, samen € 1.845.000 nadelig, zijn apart opgenomen en onder de knop 'Eerste Bestuursrapportage 2023' toegelicht.
2. WOZ-bezwaren
No cure, no pay bureaus benaderen inwoners om namens hen "gratis" bezwaar in te dienen tegen de belastingaanslag. Dit ongeacht hoe reëel de kans is op verlaging van deze aanslag. De gemeente betaalt aan die bureaus een verplichte wettelijke vergoeding. Dat leidt voor de gemeente tot lastenstijging die in feite ook weer door de belastingbetaler moet worden opgebracht. Gratis is dus niet echt gratis. Voor Dordrecht betekent dit een extra kostenpost van
€ 0,75 miljoen in 2023. In Dordrecht is vorig jaar overigens maar € 30.000 aan de bezwaarmakers teruggegeven.
Landelijk is hiervoor inmiddels aandacht. Onderzocht wordt of de wetgeving rond de verplichte vergoeding aangepast kan worden. Zodra er een goede analyse beschikbaar is en het effect van de wetswijziging financieel zichtbaar is, wordt bekeken hoe we hiermee vanaf 2024 kunnen omgaan. Daarnaast wordt ingezet op het informeren van inwoners. Inwoners kunnen namelijk, zonder tussenkomst van bureaus eenvoudig bezwaar maken door het invullen van een formulier. Is het bezwaar terecht, dan wordt de aanslag uiteraard verlaagd. Het afhandelen ervan is alleen 50% goedkoper, nog los van de forse procesuitgaven aan bureaus.
3. Areaalwijzigingen onderhoud
Als de stad groeit heeft dit invloed op onze inkomsten en de uitgaven. Als de gemeente Dordrecht harder groeit dan andere gemeenten in Nederland dan krijgt Dordrecht een hoger percentage uit het gemeentefonds en kunnen we ook meer belastinginkomsten verwachten (zie generieke dekking). Hiertegenover staat dat door de groei ook de openbare ruimte met bijbehorende onderhouds- en beheerkosten toeneemt. De bijbehorende onderhoudsbudgetten worden hierop aangepast.
4. Jeugdhulp
Lokale en landelijke ontwikkelingen: om de kosten van de geïndiceerde jeugdzorg te verlagen zijn in de afgelopen periode preventieve activiteiten ontwikkeld (zoals Flits, praktijkondersteuners jeugd voor huisartsen en 'jeugdhulp naar voren'). Deze activiteiten leiden tot positieve effecten voor onze inwoners en per saldo tot lagere zorgkosten maar vragen wel een investering. Om de lopende initiatieven uit te breiden is € 1,5 miljoen nodig. Het verwachte netto rendement uit deze preventieve activiteiten is € 0,5 miljoen per jaar.
Dit rendement kan ingezet worden om de in de begroting opgenomen stelpost Hervormingsagenda jeugd (i.c. € 0,7 miljoen in 2024, € 3,4 miljoen in 2025 en 2026 en € 2,6 miljoen vanaf 2027) deels in te vullen. Deze stelpost is opgenomen op basis van de afspraken tussen Rijk en VNG over de hervorming van de jeugdzorg. Sinds begin mei ligt er een onderhandelaarsakkoord. In dit onderhandelaarsakkoord faseert het Rijk de taakstelling voor gemeenten. Voor Dordrecht betekent dit extra inkomsten vanuit het Rijk van € 1,3 miljoen in 2024 en 2025. Voorgesteld wordt deze meevaller ook in te zetten om de taakstelling voor 2024 en 2025 op te heffen c.q. te verlagen. Uiteindelijk resteert dan in 2024 een éénmalig voordeel van € 1,1 miljoen.
5. Rentebaten en deelnemingen
De gemeente heeft nog een aanzienlijk saldo op de bank door de verkoop van Eneco aandelen. Omdat de rente oploopt stijgen ook onze rente-inkomsten. Afhankelijk van het investeringstempo en de aflossing op lopende leningen, zal het banksaldo afnemen. Op termijn zullen we weer moeten gaan lenen. Tegen welk percentage is niet bekend. Tot die tijd nemen we de extra inkomsten mee in de begroting. Gerekend is met een extra inkomst van € 3,9 miljoen in 2023 aflopend naar € 350.000 in 2027. Vanaf 2028 houden we er rekening mee dat we als gemeente weer moeten gaan lenen.
De hogere rente maakt ook dat banken meer winst maken. Dit zien we terug in de winstuitkering (dividend) van de Bank Nederlandse Gemeenten. Voor 2023 een extra opbrengst van € 165.000. Voor 2024 rekenen we op € 135.000. Voor 2025 en latere jaren is € 100.000 opgenomen.
Over het reguliere aandelenkapitaal Stedin wordt in 2023 € 1,1 miljoen dividend uitgekeerd aan de gemeente Dordrecht. Vanuit behoedzaamheid kiezen wij ervoor eenzelfde opbrengst wel mee te nemen voor 2024 maar dat nog niet te doen voor de latere jaren gezien de aangekondigde financieringsbehoefte bij Stedin.
6. Beschermd wonen
De rijksbijdrage voor Beschermd wonen levert al jaren een voordeel op in de gemeentelijke begroting, doordat het landelijke verdeelmodel voordelig uitpakt ten opzichte van de gemeentelijke kosten. Wij delen dit voordeel als centrumgemeente met de regio (onze buurgemeenten). Door een nieuw landelijk verdeelmodel met een ingroeiregeling verdwijnt dit voordeel (stapsgewijs) uit onze begroting. Vanaf de Begroting 2023 is rekening gehouden met een voordeel voor Dordrecht van zo'n € 3,5 miljoen. Op basis van kostenprognoses 2023 en realisatie 2022 kunnen de begrote lasten nog iets worden verlaagd, waarbij als kanttekening wordt opgenomen dat de kosten grotendeels afhankelijk zijn van de vraag en deze kan fluctueren.