Home

Perspectief Kadernota 2024

Financiering sociaal domein
De financiering van het sociaal domein is divers geregeld en in beweging. De lokale inzet is voor deze bestuursperiode tijdelijk verhoogd vanuit nog beschikbare reserves. Op basis van het politiek akkoord is hiermee tot en met 2026 extra ingezet op onder andere versterking sociale wijkteams, jongerenwerk, eenzaamheid, Dordtpas, ruimer minimabeleid, cliëntondersteuning, gratis sporten, schoolzwemmen en participatie. Ook wordt de inzet meer gericht op preventie, met als doel het voorkomen van problemen en (hogere) zorginzet. Vanuit de Agenda Dordrecht 2030 zijn daarnaast voor een langere periode (incidentele) middelen beschikbaar voor het Dordts Leerprogramma en Glansrijke toekomst. Ook deze inzet moet leiden tot een sterkere stad en inwoners én daarmee een positief effect op de gemeentelijke exploitatiebegroting.
Ook de financiering vanuit het rijk wijzigt van structureel breed inzetbare algemene middelen (Algemene uitkering) naar meer tijdelijk en integraal/gericht met inspannings- en resultaatverplichtingen. Er zijn nieuwe specifieke uitkeringen (SPUK) en subsidieregelingen voor bijvoorbeeld de inzet op sportdeelname, preventie en gezondheid. Het rijk geeft nu regelmatig voorrang aan de focusgebieden (waaronder Dordt west). Voor het nationaal programma Leefbaarheid en Veiligheid heeft het Rijk de ambitie uitgesproken om langdurig te blijven investeren. Op dit moment blijkt dat uit het feit dat bij verschillende regelingen de gebieden uit het nationaal programma voorrang krijgen.

Keuzes bij houdbare zorg en bestaanszekerheid
Er is sprake van verschillende ontwikkelingen binnen dit thema. Lokaal proberen we meer algemene en voorliggende voorzieningen te ontwikkelen om zo de stijgende vraag naar zorg en ondersteuning op het gebied van WMO (door onder andere maatschappelijke en demografische factoren) op te kunnen vangen. Daarnaast staat het aanbod ook onder druk door de langdurig krappe arbeidsmarkt. Tot slot neemt het kabinet maatregelen rondom de eigen bijdrage. Waarschijnlijk wordt het abonnementstarief voor de WMO-voorzieningen per 2025 afgeschaft.
Ook de druk op de bestaanszekerheid (waaronder het minimabeleid) kan toenemen zeker bij een aanhoudende inflatie, die onvoldoende gecompenseerd wordt door loonstijgingen. Er moeten dan (scherpe) keuzes worden gemaakt op landelijk en lokaal niveau om de stijging van de kosten te beteugelen.
Tot slot stijgen de kosten van de uitvoering (i.c., cao’s van personeel bij GR Sociaal en contractpartijen, die net als de gemeentelijke cao worden aangepast met stijgende loonkosten als gevolg).

Deze pagina is gebouwd op 06/01/2023 13:58:17 met de export van 06/01/2023 13:51:01